Een jonge en lange stengel wordt afgeknipt. Zorg dat de stengel niet verhout is anders gaat het erg moeilijk en duurt het lang voordat er wortels aankomen.
Over het bakje wordt een plastic zak gedaan. Regelmatig moeten de stekken worden gelucht zodat de stekken niet gaan schimmelen. De stekken mogen niet te nat en in de zon staan. Bij voorkeur zorgen dat de bodemtemperatuur ca. 20 graden is. Wanneer de stekken beworteld zijn dan wordt het bakje vol met water gezet en de stekken voorzichtig uit het bakje halen en oppotten. De potten worden kletsnat gemaakt zodat de wortels goed door kunnen groeien. Na veertien dagen beginnen met mest 10:52:10 te geven.