Inleiding
Wanneer in het voorjaar deze prachtige plant staat te bloeien, is het zeer verleidelijk om deze plant aan te schaffen. Verder heeft de plant in zomer en winter fraaie groene bladeren. Toch hoor je regelmatig dat men niet erg succesvol is met deze planten. Het is echter een niet al te moeilijke plant wanneer je aantal belangrijke omstandigheden in de gaten houdt. Een aantal variëteiten zijn zelfs voor een beginnende liefhebber niet moeilijk. Een ideale kuipplant voor het gehele jaar.
Verspreiding
De Camellia komt oorspronkelijk uit Oost-Azië, een zeer groot verspreidingsgebied dat zich uitstrekt over de Aziatische landen Nepal, China, Korea, Japan en Vietnam. Ze komen voornamelijk aan de kuststreken voor en in de beboste hooggelegen gebieden waarbij een hoge luchtvochtigheidsgraad heerst. De winters zijn er vaak koud maar het zijn wel sneeuwrijke gebieden. In hun natuurlijke omgeving zijn de Camellia’s wintergroene struiken of kleine bomen. Ze kunnen op zeer gunstige plaatsen zo’n 15 meter hoog worden. Ze staan daar in goed doorlatende voedingsrijke grond doordat ze profiteren van het bladafval van de grotere bomen in de omgeving. Gedurende het gehele jaar regent het er rijkelijk en de luchtvochtigheidsgraad is hoog. De temperatuurschommelingen zijn er slechts klein.
Soorten
Hieronder staan de meest bekende soorten die in Nederland bij kwekers en/of specialisten te verkrijgen zijn:
- Camellia japonica is de soort die voor ons het bekendste is en hiervan zijn de meeste hybriden gekweekt.
- Camellia oleifera is een vrij onbekende soort, die toch winterhard is in Nederland en heeft kleine witte, naar jasmijn geurende bloemen.
- Camellia sasanqua is een witte lichtgeurende soort die winterhard is.
- Camellia reticulata is een enkele rozerode soort.
- Camellia cuspidata is een enkele witte kleinbloemige soort.
- Camellia tsaii is een witte kleinbloemige geurende soort.
- Camellia fraterna is witte enkelbloemige.
- Camellia sinensis is de bekende theestruik en heeft witte bloemen.
De meeste Camellia’s die verkrijgbaar in Nederland zijn, zijn meestal hybriden van de japonica en zijn vaak gekweekt om hun fraaie kleuren en/of winterhardheid. Er zijn verschillende kleuren verkrijgbaar in roze, paars, rood en wit. Een grote gele Camellia-hybride is tot op heden nog niet verkrijgbaar. Er zijn drie hybriden die wit zijn met een geel hart (‘Brushfield Yellow’, ‘Jury’s Yellow’ en ‘Gwenneth Morey’).
De meeste hybriden van de japonica en sasanqua zijn als tuinplant redelijk winterhard, waarvan enkelen winterhard tot -18 graden zijn. Als kuipplant moeten ze toch reeds bij lichte vorst naar binnen om geen risico te lopen. De bloeitijd van deze hybriden is meestal van februari tot april.
De meeste Williamsii hybriden zijn vaak beter bestand tegen onze winters omdat ze behoorlijk winterhard zijn. Ze zijn ook gemakkelijk om te houden als kuipplant en enkele goede planten zijn ‘Debbie’, ‘Donation’, ‘Anticipation’ etc. Dit zijn ideale beginnersplanten.
De Sasanqua en zijn hybriden zijn vaak enkel maar kunnen heerlijk geuren. Er komen hier ook steeds meer hybriden van. De bloeitijd is van deze soort in het najaar vanaf september t/m januari. De meeste planten van deze soort kunnen als kuipplant en tuinplant worden gehouden.
Verzorging
De Camellia houdt van luchtige, zure en humusrijke grond. Het beste kan de plant jaarlijks worden verpot als we de planten in een pot houden vooral als we kalkrijk water gebruiken. De grond die voor de Camellia’s gebruikt moet worden is aan de zure kant. We kunnen hiervoor zure potgrond gebruiken die bij de betere tuincentra verkrijgbaar is of we mengen de potgrond met humus die onder dennenbomen ligt. De potgrond moet van een luchtige samenstelling zijn.
De plant hoeft niet in erg grote potten worden gehouden. De grond moet aan de vochtige kant zijn maar niet te nat. Ze geven de voorkeur aan een vochtige schaduwrijke omgeving.
De planten moeten zeer weinig bemest worden en dan nog alleen maar in de bloeitijd bij voorkeur met mest met hoger fosfor- en kaliumgehalte. Veelal sterven planten eerder door te veel mest dan te weinig. Te veel mest geeft planten met heel veel bladeren en weinig bloemen. In het voorjaar een handje met kieseriet(magnesium) doet wonderen.
Na de bloei begint de plant weer uit te lopen en knoppen te zetten voor het komende bloeiseizoen. In deze periode moeten de Sasanqua in de zon staan, anders krijgt deze soort nauwelijks knoppen. Camellia’s dienen in het voorjaar en zomer voldoende water te krijgen anders zien we veelal geelgroene bladeren.
De Camellia’s hoeven nauwelijks worden gesnoeid, maar door te snoeien kunt U de bloei stimuleren en de vorm in de plant brengen. Er moet altijd na het tweede nieuwe blad aan een uitloper worden gesnoeid maar ook een krachtige snoei is geen enkel probleem.
De plant zal het in de winter in een warme droge kamer slecht doen en moet dan ook in een ruimte van 0-5 graden met licht worden overwinterd. Omdat de plant al vroeg in het voorjaar bloeit kan men om van de bloei te genieten de plant buiten zetten tot lichte vorst en bij eventuele matige vorst weer binnen in een niet verwarmde lichte ruimte plaatsen.
Een veel gehoorde klacht is dat de plant spontaan de knoppen laat vallen. De oorzaak is meestal dat de plant in een te droge en warme ruimte wordt geplaatst of dat de kluit uitgedroogd is. Het verplaatsen van planten geeft bij mij geen knopval zelfs niet wanneer de bloeiende plant buiten wordt geplaatst en bij vorst weer in een koele ruimte wordt gezet. Zo kun je in het voorjaar het meeste van deze fraaie planten genieten.
Vergeet de planten die in een pot staan niet naar binnen te halen bij vorst omdat in zo’n geval zelfs -7 graden grote schade aan de plant aan kan richten.
Vermeerdering
Het vermeerderen van de meeste Camellia’s is een zaak van geduld. Het verkrijgen van zaad is in Nederland niet gemakkelijk en ik heb wel enkele keren van de japonica- en sasanqua-hybriden zaad verkregen. Het uitkomen van de zaden is niet al te moeilijk. Laat de verse bruine zaden minimaal 24 uur weken en doe ze dan in goede stek/zaaigrond waarna ze na ca. 6 mnd uitkomen. Het zaad moet onder de grond blijven. De jonge plantjes groeien langzaam en hebben pas na 4-6 jaar bloemen. Dan is het afwachten welke kleur en vorm er uit komt.
Het beste gaat stekken en staat hier beschreven. De stek zal de eerste jaren langzaam groeien. Begin eerst met gemakkelijke soorten en zorg dat je een dosis geduld hebt.
Ziekten en ongedierte
Bij de Camellia komen weinig ziekten voor. Een beruchte ziekte is een soort waarbij de plant zwarte bladeren krijgt en dit is niet meer te stoppen. Gooi de plant meteen weg zodat anderen deze ziekte niet kunnen krijgen.
Verbrande bladeren komt nogal eens voor wanneer de plant nieuwe bladeren krijgt en in de zon staat.
Schildluis komt vaak voor en kan ontdekt worden door de bladeren om te draaien en dan in de nerven te kijken. Hier zitten meestal de luizen. Wanneer het reeds erger is dan zie je zwarte kleverige plekken op de bladeren. Bestrijding door alle luizen met de hand te verwijderen of met een goed middel tegen luizen! Je maakt een oplossing van dit middel in water en voeg daar een druppel afwasmiddel aan toe waarmee je vooral de onderkant van het blad wordt besproeid.